Werken in een narratief

Een narratief is een open verhaal waarvan de plot en afloop vooraf onbekend zijn. Zie het als een openingshoofdstuk van een boek of de eerste scène van een film. Dit narratief gaan kinderen in groepjes zelf gedurende het jaar, onder begeleiding van de leerkracht, verder invullen. Met Kraak werken kinderen dan ook structureel samen. Deze samenwerking ontwikkelt zich van kleinschalig en kortdurend in de onderbouw tot intensief en langdurig in de bovenbouw. Alle samenwerking vindt plaats binnen de context van het narratief.

Kinderen bedenken binnen Kraak voor een groot deel zelf de vervolgthema’s van het narra­tief en de daaruit voortkomende onderzoeksvragen. Deze vragen worden onderzocht en gepresenteerd. De beoordelingen die hieruit volgen, worden in het spelelement (zie hieronder) verwerkt. Zelfregulatie, plan­nings­vaardigheden, motivatie, sociaal-emotionele vaardigheden, presentatie vaardigheden en het nemen van initiatief worden hierdoor geactiveerd en beloond.

Hoewel groepswerk erg belangrijk is in Kraak, is er alle ruimte voor individuele initiatieven. Leerlingen kunnen hun eigen individuele vragen onderzoeken en presenteren, in de weten­schap dat hun scores het team ten goede komt.

Naast het leerlinggestuurde deel van Kraak heeft de leerkracht een belangrijke rol te spelen. Deze rol is binnen Kraak minder vastomlijnd vormgegeven dan in methodegestuurd onderwijs. De leerkracht is meer dan uitvoerder alleen. De leerkracht coacht, inspireert, faciliteert, daagt uit, denkt mee over onderzoeksvragen en vervolgthema’s en draagt kennis over die aansluit op de leerdynamiek van de klas.

Leren met narratieven levert verrassende resultaten op. Elk nieuw thema volgt per definitie logisch uit het vorige. De leerdynamiek van de klas wijst de weg. De kinderen ervaren eigenaarschap en raken sterk gemotiveerd. Hun eigen nieuwsgierigheid garandeert een enorm scala aan onderzoeksthema’s en -vragen. Zij leren echt om zelf, of ge-enthousiasmeerd door de kennislessen van de leerkracht hun informatie te vergaren, te intepreteren en te presenteren.

Het concept in een notendop

  • Elke jaargroep gaat met een verhaal (narratief) aan de slag. Het verhaal omvat een groot aantal mogelijke thema’s. In het narratief ‘Moeder Aarde’ kunnen bijvoorbeeld geologie, het onstaan van de aarde, aardrijkskunde, milieuvervuiling, schone energie, burgerschap, biodiversiteit, mythologie, geschiedenis enz. aan bod komen, al naar gelang de leerdynamiek van klas en leerkracht.
  • Elke 6 weken staat een nieuw deel (thema) van het verhaal centraal. Bijvoorbeeld: het ontstaan van de aarde. Wat het nieuwe thema gaat worden, wordt in overleg met de klas en de leerkracht vastgelegd. Elk thema moet aansluiten bij het narratief en voortkomen uit het vorige thema.
  • De klas wordt in groepjes verdeeld. De groepjes gaan aan de slag met onderzoeksvragen (door henzelf en/of de leerkracht bedacht) die bij het thema van dat verhaal horen. Individuele leerlingen kunnen hun eigen vragen bedenken, uitwerken en presenteren. Deze vragen hangen wel samen met het narratief, maar hoeven niet bij het lopende thema aan te sluiten.
  • Voor elk product/presentatie in welke vorm dan ook wordt het groepje beoordeeld. De beoordeling heeft te maken met het verhaal. Een beoordeling kan bijvoorbeeld nieuwe abonnees bij het narratief De Krant opleveren, bezoekers bij het narratief Het Museum of grondkaartjes om je gebied uit te breiden zoals bij Het Beschavingsspel (groep 8).
  • De beoordeling van de onderzoeken, initiatieven, presentaties, filmpjes, interviews enz is dus gekoppeld aan het narratief en verhoogt de leermotivatie van de kinderen. Elk spel kan op meerdere manieren gewonnen worden. In het Beschavingsspel kwamen leerlingen zelf met een aantal varianten; welk groepje heeft het grootste land, de grootste bevolking, het meeste geld of het meeste voedsel.

Het narratief

Een voorbeeld van een narratief is het Beschavingsspel. Het verhaal van het Beschavingsspel begint als volgt: je landt met je ruimteschip op een onbewoonde planeet, en dan? Hoe komen jullie aan eten, hoe bouw je een huis, welke regels spreek je af? Kinderen worden uitgedaagd nieuwsgierig te zijn en en beantwoorden hun eigen vragen die het narratief bij hen oproept. Binnen het narratief komen vakgebieden als wereldoriëntatie, burgerschap, 21e eeuwse vaardigheden aan de orde, maar ook sociale emotionele ontwikkeling staat centraal omdat de door de leerkracht gevormde groepjes langere tijd moeten samenwerken (in groep 8 zelfs een jaar lang. Er zijn ook narratieven voor groep 3 t/m 8 ontwikkeld.

Overzicht narratieven

  • Groep 3 – Het Wilde Kind
  • Groep 4 – Het Winkelcentrum/De Buurt
  • Groep 5 – Moeder Aarde
  • Groep 6 – De Krant
  • Groep 7 – Europees Landenspel
  • Groep 8 – Het Beschavingsspel

 

Kraak uitproberen?

Er is een light variant ‘Het museum’, waarbij scholen gedurende twee weken (of meer) met een verhaal aan de slag kunnen in projectvorm. Interesse? Stuur een mail naar: info@kraakonderwijs.nl.